In stressvolle tijden wordt pijnlijk duidelijk dat beleidsmakers, opiniemakers, sceptici, goedgelovigen en andere Twitteraars, niet nadenken over de vraag wat wetenschap nu precies is. Wat het kan en wat het niet kan? Wetenschap is een must, in het vinden van betrouwbare antwoorden. Maar er is nog een tweede noodzakelijk ingrediënt nodig voor het vinden van antwoorden. Wie dat tweede ingrediënt negeert, brengt ernstige schade toe aan de kans om uit de Coronacrisis te komen.
Stel u woont al tien jaar in een leuk huis, maar op een ochtend is uw keukenraam gebroken. Wat nu? U kunt natuurlijk zelf gaan prutsen met een stuk glas, glassnijder en stopverf. Maar het is meestal slimmer om het aan een professionele glaszetter over te laten. Die heeft zoveel ervaring en vakkennis dat hij het hoogstwaarschijnlijk veel beter en veel sneller doet.
So far so good. U belt de glaszetter en binnen tien minuten heeft u voor een schappelijke prijs weer een nieuw keukenraam. Maar de volgende ochtend ligt het keukenraam opnieuw op de keukenvloer. Wat nu? De glaszetter keert terug, herhaalt zijn routine. Wederom in tien minuten een nieuw raam. De volgende ochtend ligt het glas echter wederom in gruzelementen. Wat nu? Een ervaren probleemoplosser weet nu dat er iets bijzonders aan de hand is. Er is een raadselachtig probleem en het is hoogstwaarschijnlijk een probleem dat niets met glas of met stopverf te maken heeft. Eerst moet het raadsel opgelost worden, dán pas kan het raam gemaakt worden. Maar wie gaat dat raadsel oplossen? Het is zinloos de glaszetter nogmaals te bellen. Als hij het antwoord had geweten, was het probleem er niet geweest. De glaszetter is misschien wel de minst aangewezen persoon om het raadsel op te lossen. Want hij heeft ervaring, dus routines, dus paradigmas, dus heel veel last van de Wet van de Remmende Voorsprong. Wat nu nodig is, is iemand met een frisse kijk. Een slim iemand, een creatief iemand, het liefst iemand met geen of nauwelijks kennis van glaszetten. Of zoals Einstein gezegd zou hebben: We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.
Geen gewoon griepje
Stel het is winter en u heeft een gewoon griepje. U kunt natuurlijk zelf gaan prutsen met citroen, grog en paracetamol. Maar het is meestal slimmer om een arts te raadplegen. Die heeft zoveel ervaring en vakkennis dat hij hoogstwaarschijnlijk met een betere oplossing komt. Maar wat nu als het geen gewoon griepje blijkt te zijn, maar een raadselachtig nieuw virus? Dan hebben we eerst een raadsel op te lossen! En nu zou het zomaar eens kunnen zijn, dat de meest ervaren griepbestrijders juist de minst aangewezen personen zijn, om het raadsel op te lossen. Zij hebben immers teveel kennis, teveel deskundigheid, teveel paradigma, teveel protocol, teveel last van de Wet op de Remmende Voorsprong. Wat het allerhardst nodig is, zijn friskijkers, dwarsdenkers, omdenkers, out-of-the-box-denkers. En – paradoxaal- bij voorkeur mensen die geen of nauwelijks verstand hebben van griepvirussen. Want die kennis zit alleen maar in de weg, bij het oplossen van nieuwe raadsels. Want dit is immers géén gewoon griepje.
Ho, ho, ho ….. en al die onzin-ideeën dan?
Maar gaan die friskijkers -niet gehinderd door enige kennis- dan niet veel onjuiste ideeën uitkramen? Ja! Natuurlijk gaan ze dat doen! Moeten ze dan niet gewoon hun kop houden? Neen! Want zij zijn het noodzakelijke tweede ingrediënt in de oplossing. De wetenschap kan het echt niet in zijn eentje. Een idee kan onzin zijn, maar een idee kan ook een verrassend rake observering zijn. A priori maakt dat niet uit. Een onzin-idee of een briljant idee, zijn in wezen allebei hetzelfde; het zijn allebei hypotheses. De kerntaak van de wetenschap is om hypotheses op een professionele manier te toetsen. Een hypothese kan weerlegd worden, of een hypothese kan wetenschappelijk bewezen worden. Dán heb je betrouwbare kennis en dát zijn de bouwstenen van succesvol en zinnig beleid. Dát is het verschil tussen zomaar iets doen of onderbouwd iets doen.
De gedachte echter dat het formuleren van hypotheses een privilege zou zijn van virologen en epidemiologen, is een ronduit ridicule gedachte. Erger nog: het is een uiterst schadelijke gedachte. De kans dat een niet-viroloog met een baanbrekend inzicht of oplossing komt, is vele duizenden malen groter. En dat is niet alleen omdat de buitenstaanders met veel meer mensen zijn.
Hypotheses bedenken in het ziekenhuis
Er is een nieuw raadselachtig virus in het land. De ziekenhuizen stromen vol. Om deze nieuwe ziekte te leren kennen, maken de artsen in het ziekenhuis observaties. Zijn er patroontjes te zien? Zo ja, dan zie je een bepaald verband. Dat verband kan puur toeval zijn, of het kan significant zijn. Dát is het werk van wiskundigen, om te onderzoeken of een verband significant is. Dat statistische rekenwerk moet je niet aan artsen overlaten. Maar ook als een verband significant blijkt te zijn, heb je nog geen betrouwbare kennis. Want het kan zowel een causaal verband zijn, als een correlatief verband. Dat moet je niet aan de statistici overlaten, om dát te onderzoeken. Dát is het professionele werk van wetenschappers op het specifieke onderwerp.
Maar hoe dan ook, voordat de statistici en de wetenschap überhaupt hun werk kunnen doen, alles begint met het zien van patroontjes. Een van de eerste patroontjes die bij het Corinavirus zichtbaar werden, was dat er opvallend veel ouderen tussen de patiënten zaten.
Het vereist totaal geen artsendiploma om dit patroon te zien. Of je nou arts bent, of verpleegkundige, of ambulance-chauffeur of schoonmaker in het ziekenhuis: iedereen is even bekwaam om zo’n patroon te kunnen ontdekken. Sterker nog: een niet-medicus zal het juist sneller kunnen waarnemen, omdat die minder is afgeleid door andere parameters.
Het maakte niet uit, want iedereen zag het. Een ander patroontje was ‘onderliggend lijden’. Dát zagen de artsen weer sneller, want de schoonmaker in het ziekenhuis heeft geen toegang tot patiëntendossiers.
De metafoor van de goudvis
Maar wat nu als er een -strikt hypothetisch- verband zou bestaan, tussen het besmet worden met Corona en het houden van goudvissen? Geen arts die dit patroon ooit zou kunnen ontdekken. Aan patiënten wordt immers niet gevraagd of ze toevallig een goudvis hebben; dat zou ook een belachelijke vraag zijn. Ook het RIVM zou dit hypothetische verband nooit ontdekken. “Met wie bent u in contact geweest? Nee, u hoeft niet iedere winkel op te noemen waar u geweest bent“. Een locatie-app die virusverspreiding inzichtelijk maakt, zou heel misschien een verband kunnen ontdekken tussen Corona en dierenwinkels. Maar ook die kans is minimaal. Want laten we wel wezen, een goudvis is nou niet bepaald het type huisdier waar de gemiddelde goudvissenbezitter de dierenspeciaalzaak voor plat loopt. Zo’n doosje goudvissenvoer gaat een eeuwigheid mee. Als de app het verband al zou vinden, dan wordt waarschijnlijk de dierenwinkel gelabeld als potentiële brandhaard, zonder enig nader verband met goudvissen. Of als in een bepaalde vriendenkring opvallend veel Corona-slachtoffers vallen, dan zal iedereen denken dat deze vrienden elkaar hebben aangestoken. Zonder dat iemand erbij stil staat dat hun gedeelde belangstelling voor goudvissen de achterliggende reden was voor hun vriendschap. Dit hypothetische raadsel wordt vermoedelijk pas opgelost zodra één dierenwinkeleigenaar het patroontje ziet en opstaat: “Da’s ook frappant, 24 van mijn klanten zijn overleden en allemaal hadden ze een goudvis. Bij hamsters was dat nul.”
Dán pas kan de wetenschap zijn werk doen. Is het significant? Ja! Is het causaal? Ja! Wetenschappelijk bewezen? Ja! Consequenties voor gezondheidsbeleid? Ja! Er valt in dat geval veel meer heil te verwachten van een wettelijk verbod op de goudvis, dan van een intelligente lockdown.
Het is een metaforisch voorbeeld. Er is geen enkele reden om goudvissen te verdenken. Het punt is: Iedere oplossing begint bij een hypothese. Iedereen kan hypotheses bedenken. En regelmatig komt het voor dat een hypothese uitsluitend valt te bedenken door een buitenstaander en/of door een niet-wetenschapper. Het negeren van hypotheses van niet-wetenschappers is schadelijk. Het negeren is potentieel zeer dodelijk.
Friskijken in Coronatijden is geen sinecure
Iedere friskijker of dwarsdenker weet uit eigen ervaring: je kunt je ideeën tegenwoordig makkelijk kwijt op internet. Twitter en Linkedin zijn heel geschikte platforms. Iedere friskijker of dwarsdenker weet uit eigen ervaring: het is een illusie om te denken dat je idee rechtstreeks terecht komt bij degene voor wie het eigenlijk bedoeld is. Het kost enige tijd voordat het doorsijpelt. Degene voor wie het idee bedoeld is, krijgt het met enige vertraging wel via een omweg te horen. Meerdere personen uit zijn directe invloedskring gaan het opperen. En dan begint er iets.
Iedere friskijker of dwarsdenker weet uit eigen ervaring dat er altijd twee soorten publiek zijn: een deel negeert je, want jij bent geen schakel in een hiërarchische keten; een ander deel geeft je likes en helpt het idee te verspreiden.
Sinds het begin van de Coronacrisis valt er echter opeens een schrikbarend patroon te observeren in de reacties die friskijkers en dwarskijkers op hun ideeën krijgen. Ideeën, die onderbouwd zijn, waar serieus over is nagedacht. Ideeën gebaseerd op feiten, op data, op het ontdekken van patroontjes. Het zaI wel door de collectieve mentale staat van de bevolking komen, maar in plaats van het gebruikelijke publiek van deels negeren, deels duimpjes, is er nu een geheel nieuw publiek ontstaan van deels zwaar-geïrriteeerd en deels verbaal agressief. Het noodzakelijke tweede ingrediënt om uit een crisis te komen, wordt het liefst op de brandstapel gegooid. Dat brengt ons alleen maar verder weg van een oplossing, dan dichterbij.
Drie gouden regels voor iedere crisisbestrijding
Er staan ons nog een paar nieuwe crisissen te wachten, na de huidige. Het wordt dringend tijd om drie gouden regels voor iedere crisis te formuleren. Zonder deze drie regels gaat het niet lukken. Of in het gunstigste geval: blijft het aanmodderen.
1) Denk eerst eens diep na over de rol en de werkelijke kracht van autoriteiten, wetenschappers en deskundigen. De plussen en de minnen.
2) Zie het verschil tussen een mening en een idee.
3) Negeer gerust meningen, maar zie ieder idee voor wat het is: een hypothese.
Helemaal eens met deze heldere boodschap!
Prachtig vrij denk werk dat in deze tunneltijden broodnodig is.
Sterke analyse Erwin!
Ik werkte ruim 40 jaar op het ministerie van Volksgezondheid (publieke gezondheid: niet op het terrein van infectieziekten, wel op dat van gezonde leefstijl). Groepsdenken is daar sterk ontwikkeld, net zoals bij elke grote organisatie trouwens. Martijn verzorgde jaren geleden bij ons een workshop, die was prima maar kreeg helaas weinig vervolgactie. Als ik mensen mocht aannemen, dan probeerde ik daar altijd iemand met ‘paarse haren’ tussen te krijgen. Was soms wel en soms niet een succes. De bureaucratie hè, zoals volgens mij in elke grote organisatie – dus niet alleen bij de overheid!
Even goed dwars gedacht! Dat hebben we meer nodig.
Originele of zelfs gewoon “andere” invalshoeken zijn zeker van potentieel grote waarde, uiteindelijk is het wetenschapsproces een hele grote ontdekkingstocht.
Waar ik persoonlijk wel tegenaan loop en wat mn geduld zeker op de proef stelt zijn de onwil of onvermogen om bewijs voor of tegen een hypothese op de juiste waarde te schatten en daar dan idd ook consequenties aan te verbinden.
Een andere irritatie is dat vele commentaren lijken voort te komen uit een drang om respons te leveren ipv een (hopelijk constructieve) bijdrage
Ik heb zelf in het ziekenhuis gelegen met Corona. En ik kan een ding meegeven er wordt de hele dag gemeten en die data wordt door een groot team uit verschillende disciplines geanalyseerd en er worden patronen ontdekt over hoe het ziekteverloop.
Natuurlijk hebben we dwarsdenkers nodig mensen met een eigen inbreng en nieuwe kijk op de zaken. Maar laten die zich dan niet gaan gedragen als mensen die de oplossing hebben om deze crisis te bestrijden. Opvallend gegeven de meeste mensen met de ultieme oplossing kennen uiteindelijk maar een parameter dat is de economie.
Ik denk toch echt dat een samenspel van disciplines ons een uitweg zal moeten bieden uit deze crisis. Zoals Beatrice de Graaf afgelopen zaterdag ook schreef in het NRC. Waarbij we niet zullen moeten proberen om alles te redden. Een crisis doet pijn. Sommige zaken zullen nooit meer terugkomen. Maar misschien moeten we wat meer Einstein in ons denken toelaten. Laat de kracht van verbeelding toe in het bedenken van oplossingen en inrichten van een ander wereldbeeld en daarbij horende economie.
De meeste mensen met een ‘ultieme’ oplossing, hebben vooral een mening. En in die mening weerspiegelt dan inderdaad vaak de economische parameter door. Mensenlevens versus een kapotte economie, dat is een zeer moeilijk vraagstuk, waar de wetenschap niet een antwoord op kan geven. Dat is een politieke keuze. En politiek is mening.
Mijn artikel gaat over de effectiviteit van de gekozen oplossing. Áls je besloten hebt om X miljard te investeren om Y mensenlevens te redden, zoek dan mét wetenschap én met slimme ideeën, naar de manier waarbij Y het grootst wordt. En/of waarbij X kleiner wordt. Slimmere hypotheses kunnen daartoe leiden.
Wetenschap kan nooit bepalen hoeveel euro een mensenleven waard is. Maar wetenschap kan wel aantonen dat de X miljard van plan A, meer levens bespaart dan als je die X miljard in Plan B stopt.
De medische wetenschappers zouden zich eigenlijk helemaal niet moeten bemoeien met de politieke afweging van gezondheid versus economie. Die keuze is aan de maatschappij. Aan jou en mij. Of aan een democratische regering. Een arts heeft daar beslist niet meer over te zeggen, dan ieder ander willekeurige burger. De arts heeft wél de morele plicht om zo eerlijk mogelijk aan te geven wat de medische consequenties zijn van -bijvoorbeeld- het opheffen van een lockdown. Dan kunnen jij en ik en de rest van de burgers een goede afweging maken. Kost dat duizend extra doden? Of kost dat tienduizend extra doden? Dat is nogal een verschil. Maar zelfs dan nog blijft het een persoonlijke keuze, waarbij ieder individu een andere afweging zal maken. Dát is politiek, dat is mening. Dat moet je nooit verwarren met wetenschap. Een wetenschapper die een mening geeft, dat blijft gewoon een mening.
Als er zo goed wordt gemeten, hoe verklaart u dan dat het RIVM niet kan vertellen hoeveel patienten zijn genezen?
Informatie daarover is nergens te vinden
Wie zegt dat er zo goed wordt gemeten?
Wetenschappers meten. Het RIVM meet niet, maar turft het aantal positieve tests. Aangezien het RIVM daardoor niet kan weten hoeveel patiënten er zijn, kan het RIVM dus ook niet weten hoeveel patiënten er genezen zijn.
ik ben een omdenken. Ik volg Peter Attia al jaren. Hier is zijn analyse van vandaag over het gebruik van modellen.
https://peterattiamd.com/covid-19-whats-wrong-with-the-models/
Onderstaande link naar de NY Times laat je zien hoe je de modellen kan aanpassen. Vooral het schuifje “Infectiousness” is een eyeopener. Kijk wat er gebeurt als je de R-0 een klein beetje verschuift naar links!
https://www.nytimes.com/interactive/2020/03/25/opinion/coronavirus-trump-reopen-america.html?referringSource=articleShare
Kijk daarna naar dit ontluisterend interview met de Zweedse expert Prof. Johan Giesecke.
Al met al worden er besluiten genomen op wat? Nu is het moeilijk voor politici om de zaken terug te draaien.
Naar mijn idee helpen de oude huismiddeltjes ook. En zeker als ze geperfectioneerd zijn.
De buitenste stekels overleven het niet door de temperatuur. De rest van het virus wordt ook aangetast zodat het eigen lichaam kan leren hoe “het-rottige-beestje” in elkaar zit. Vergelijk het met penicilline wat een waarschuwing geeft tegen indringers hoe klein ook.
https://www.youtube.com/watch?v=3ORhFTfvXCk
Eens! Oude huismiddeltjes kunnen naar mijn mening ook het werk doen. Als we maar de juiste leefstijl toepassen en houden aan de regels. Je gezondheid is je eigen verantwoordelijkheid.
Ik mis een onderdeel met practische tips voor mensen die rondlopen met ideeën maar tegen de welbesproken ‘muur’ aanlopen in de huidige crisis. Waar kunnen zij terecht? Wie luistert er nog? Wie heeft er tijd en ogen/ogen om te kijken naar alternatieven? ..Zijn er bv bepaalde ‘kennis-instituten’ ontvankelijk en toegangkelijk voor beziening?
Het stuk kijkt voorbij de realiteit dat wetenschappers zichzelf, hun vakgebied (, verdienmodellen) afschermen; Zoals “wij van WC-eend graag WC-eend verkopen”, zo prijzen virologen bovenal vaccins aan en schuwen generieke (concurrerende) aanpak!
Het OMT is vooral bezig met ‘gedragsbeïnvloedende maatregelen’ om met name de omgang van mensen in te perken; Te denken aan de (arbitraire) 1.5m regel, (symbolische) niet-medische mondkapjes, maximaal 30 mensen in een ruimte van weleer,, in het begin was veel nog vrijwillig, nu alles met dwang en boetes.. Van ‘intelligente-‘ tot ronduit domme-Lockdown, nu de avondklok erbij.
Er is geen ruimte voor weerwoord, men schuwt tegensprekende, alternatieve oplossingen! Klaarblijkelijk is men volledig in angst en volledig doof voor weerwoord en alternatieven!
Vanuit allerlei kanten komen ideeën, ik ben niet de eerste die kortegolf UV aanwijst als mogelijke ontsmetter, sterker nog er zijn al tal van producenten die oplossingen voortkomend uit dat idee verkopen. ‘Inzetten op betere ventilatie van ruimtes is zo’n ander onbenut idee.
Er worden miljarden verbrand aan wegwerp artikelen en bijna algehele lam-leging vd maatschappij. Maar inzetten op het verhogen van ziekehuis-capaciteit, inclusief meer personeel, ho maar! Tijdelijke noodhospitalen die snel opgezet werden, werden niet benut en weer afgebroken, waarom? Waren dit enkel en alleen om nieuws-artikelen erover te laten schrijven?!
Kortom: men wil niet nadenken over ‘externe’ ideeën, want die hebben ‘smet’ oid. Er speelt gelijktijdig een tastbare ontvankelijkheid voor een andere agenda; “The great opportunities that the current situations offers..”; “(to) Build back better” (“The great rest”; afkomstig van de WEF) (!)
De boodschap en de schrijfstijl vh stuk zijn degelijk, maar ik vind de voorbeelden niet passend;
Als een bewoner zelf geen gelijke deler kan vinden tussen (x3) kort op elkaar sneuvelen van een keuken raam, dan moet die persoon een camera of andere hulpmiddelen erbij nemen (te denken aan bril of eengehoor-apparaat).. Kom op; liggen er stenen op de vloer vd keuken? Groeitt er een boom dicht op het raam? Liggen er vuurwerk resten voor het raam? (..Hebben de buren ook last?)
..Allemaal redelijk open-deur-observaties die missen in het stuk, als je het mij vraagt!
Berend, je slotalinea had ik samengevat met: “Als je raam 3x kort op elkaar sneuvelt, is de professionele glaszetter de minst aangewezen persoon om je probleem op te lossen.’ Wie dan wel? Tja, dat ga ik niet opschrijven. Voor open-deur-observaties moet je bij andere auteurs terecht. 😉