Nooit Terug Naar Af (1)

Het is 7 april, de lente laat zich uitbundig zien, maar het grootste deel van Nederland zit al drie weken thuis. Menigeen hoopt dat over een aantal weken, of misschien pas over twee maanden, alles weer normaal wordt. Net zoals het leven vóór de Coronacrisis. Helaas, de kans dat dat gebeurt is zeer klein. We gaan nooit meer terug naar af. En dan doel ik niet alleen op een aanstaande financiële crisis, die nagenoeg onvermijdbaar lijkt. Er is nog een veel groter vraagstuk. De kans is aanzienlijk dat het Coronavirus in de komende winter opnieuw zal verschijnen. En dan? Hoe gaan we daar dan mee om? Welke maatregelen nemen we? En tegen welke prijs? Maar zelfs als het Coronavirus compleet verdwijnt, of als er heel snel een goed vaccin wordt gevonden, dan nog kunnen we nooit meer terug naar af. Want iedere winter opnieuw, kan er een nieuw virus langskomen, dat net zo gevaarlijk is als Covid-19. Of erger nog. Oké, dat was de afgelopen decennia ook al het geval. En al vele jaren werd er gewaarschuwd voor een te verwachten pandemie. Ebola, Sars, Zika, Mers, Vogelgriep; ze kwamen dreigend voorbij, maar werden in de kiem gesmoord, zonder noemenswaardige invloed op het alledaagse leven. Maar nu is het anders. Er is de afgelopen weken in Nederland een generatie ontstaan, die de meest ingrijpende verstoring van het dagelijkse leven heeft meegemaakt, sinds 1940-1945. En in de meeste westerse landen is dat niet veel anders. Dit gaat onvermijdelijk invloed hebben, op hoe we ons leven de komende tien jaar gaan leiden, zowel op individueel niveau, als op organisatieniveau.

In tijden van crisis staan de schijnwerpers op de minister-president. Mark Rutte was meermalen op tv te zien, in persconferenties of in toespraken aan de bevolking. Drie uitspraken van de premier licht ik eruit.
1) “De regering vaart op de adviezen van deskundigen”
2) “We moeten met 50 procent van de kennis 100 procent van de beslissingen nemen”
3) “We moeten dit samen doen”

Wat mij betreft drie keer raak van Rutte. We zitten als samenleving met een heel ingewikkelde puzzel. We moeten als samenleving op zoek naar de ontbrekende 50 procent van de stukjes, die nodig is om de puzzel op te lossen. Alle ideeën, gedachten, invalshoeken zijn meer dan nodig. Het zou wel heel naïef zijn, om te denken dat alle ontbrekende puzzelstukjes bij de verantwoordelijke instanties, of bij de epidemiologische wetenschap zijn te vinden. Iedereen kan deskundig zijn, op één miljoenste brokstukje van de puzzel. Dus ja, laten we het vooral samen doen!

(wordt vervolgd)